eierleggend zoogdier 1.0
(biologie)
zoogdier dat zich voortplant door eieren te leggen en uit te broeden en dat zijn jongen
wel voedt met behulp van melkklieren maar geen tepels heeft om ze te zogen; vogelbekdier
of mierenegel
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een eierleggend zoogdier…
is een zoogdier; is een dier
- [Deel] heeft, zoals alle zoogdieren, een vacht of behaarde huid, een onderkaak, drie gehoorbeentjes (hamer, aambeeld en stijgbeugel) en heeft, in tegenstelling tot andere zoogdieren, een cloaca
- [Ontstaan] is het primitiefste van alle zoogdieren
- [Voortplanting] plant zich voort door eieren te leggen
- [Woongebied] komt voor in Australië en Nieuw-Guinea
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is warmbloedig; heeft melkklieren om een jong te voeden, maar heeft geen tepels en zoogt zijn jongen dus niet zoals normale zoogdieren
- [Betrekking of relatie] is een vogelbekdier of een van de vier soorten mierenegels
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
Orde | Monotremata |
Algemene voorbeelden
Het vogeldier is het bekendste eierleggende zoogdier. Samen met vier soorten mierenegels is dit het enige zoogdier dat eieren legt. De jongen worden zoals gebruikelijk bij zoogdieren gezoogd, alleen zuigen ze de melk niet uit een tepel maar likken het van de vacht rond de melkklier.
Er bestaan 3 verschillende soorten zoogdieren: normale, buideldieren en eierleggende zoogdieren. Australië is het enige land waarin alle drie die soorten leven.